Vlaanderen, dinsdag 31 maart 2015 - De stichting Vlamingen in de Wereld (VIW) roept de Vlaamse onderwijsminister Hilde Crevits op om het vraagstuk van het Nederlandstalig Onderwijs in het Buitenland (NOB) ter harte te nemen. Binnenkort sluit de minister met haar Nederlandse collega Jet Bussemaker het aangekondigde ‘Damesakoord’ af. Uit naam van duizenden Vlamingen in het buitenland, vraagt VIW om dit momentum niet te missen en in te zetten op het behoud en uitbereiding van kwalitatief onderwijs voor kinderen van expats en van in het buitenland verblijvende Vlamingen. De stichting behartigt de belangen van landgenoten die in het buitenland (willen) wonen, werken en verblijven, onderhoudt contacten met duizenden uitgeweken Vlamingen, biedt hen persoonlijke service en is hun spreekbuis.
Oproep aan de minister
VIW vraagt dat elke vorm van Nederlandstalig onderwijs in het buitenland blijft bestaan voor Vlaamse leerlingen. Onze oproep aan de minister: laat niet toe dat het aanbod aan Nederlandse taal en Vlaamse cultuur voor leerplichtige kinderen van Vlaamse expats wordt afgebouwd, maar versterk het. Idealiter wordt er meer aandacht besteed aan een Vlaams curriculum voor afstandsonderwijs en het Nederlandstalige onderwijs op locatie dan nu het geval is. Het warm water moet niet uitgevonden worden, wel dient er ingezet te worden op een behoud van de intense samenwerking met Nederland.
Herenakkoord
Herstel hiervoor de geest van wederkerigheid uit het zogenaamde Herenakkoord dat in 1991 tussen de toenmalige Vlaamse en Nederlandse minister van Onderwijs werd gesloten, in ere. Hierin werd bepaald dat Vlaanderen de kosten draagt voor de Nederlandse leerlingen die in Vlaanderen schoollopen, terwijl Nederland de kosten voor NOB en Open Universiteit op zich neemt.
De Nederlandse Overheid besliste echter dat de subsidies voor het Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zullen sneuvelen. Bijgevolg worden ook Vlamingen rechtstreeks getroffen en gaat Nederland in tegen het herenakkoord.
Economisch
Dat buitenland is essentieel voor Vlaanderen. Meer en meer beslissingscentra en hoofdzetels van multinationals met vestigingen in Vlaanderen zijn elders in de wereld gevestigd. Vlaanderen is ook een exportnatie en daarom afhankelijk van de bereidheid van Vlamingen om naar het buitenland te vertrekken. Het is cruciaal voor de positie van Vlaanderen dat er daar ook Vlamingen – expats dus – aan de slag zijn en blijven. Eén van de voornaamste overwegingen om al dan niet te vertrekken naar het buitenland is de toekomst van de kinderen: kunnen ze daar Nederlandstalig onderwijs volgen en kunnen ze bij terugkeer naar Vlaanderen vlot aansluiten in een Vlaamse school.
Meerwaarde
De waarde van de Vlaamse gemeenschap in het buitenland is bovendien groot en groeiend. Het hoeft amper betoog voor een kennisregio als Vlaanderen: op termijn kunnen (kinderen van) uitgeweken Vlamingen een grote economische meerwaarde betekenen. De expertise van de Vlaming in de wereld is een waardevolle troef. Het engagement in het regeerakkoord is duidelijk. Om de internationale ambities van Vlaanderen te ondersteunen, is het noodzakelijk om meer grip te krijgen op het Nederlandstalig onderwijs in het buitenland en dus de wederkerigheid uit het herenakkoord te herbevestigen en zelfs te versterken.
Meer info: http://www.viw.be
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving.
Oproep aan de minister
VIW vraagt dat elke vorm van Nederlandstalig onderwijs in het buitenland blijft bestaan voor Vlaamse leerlingen. Onze oproep aan de minister: laat niet toe dat het aanbod aan Nederlandse taal en Vlaamse cultuur voor leerplichtige kinderen van Vlaamse expats wordt afgebouwd, maar versterk het. Idealiter wordt er meer aandacht besteed aan een Vlaams curriculum voor afstandsonderwijs en het Nederlandstalige onderwijs op locatie dan nu het geval is. Het warm water moet niet uitgevonden worden, wel dient er ingezet te worden op een behoud van de intense samenwerking met Nederland.
Herenakkoord
Herstel hiervoor de geest van wederkerigheid uit het zogenaamde Herenakkoord dat in 1991 tussen de toenmalige Vlaamse en Nederlandse minister van Onderwijs werd gesloten, in ere. Hierin werd bepaald dat Vlaanderen de kosten draagt voor de Nederlandse leerlingen die in Vlaanderen schoollopen, terwijl Nederland de kosten voor NOB en Open Universiteit op zich neemt.
De Nederlandse Overheid besliste echter dat de subsidies voor het Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zullen sneuvelen. Bijgevolg worden ook Vlamingen rechtstreeks getroffen en gaat Nederland in tegen het herenakkoord.
Economisch
Dat buitenland is essentieel voor Vlaanderen. Meer en meer beslissingscentra en hoofdzetels van multinationals met vestigingen in Vlaanderen zijn elders in de wereld gevestigd. Vlaanderen is ook een exportnatie en daarom afhankelijk van de bereidheid van Vlamingen om naar het buitenland te vertrekken. Het is cruciaal voor de positie van Vlaanderen dat er daar ook Vlamingen – expats dus – aan de slag zijn en blijven. Eén van de voornaamste overwegingen om al dan niet te vertrekken naar het buitenland is de toekomst van de kinderen: kunnen ze daar Nederlandstalig onderwijs volgen en kunnen ze bij terugkeer naar Vlaanderen vlot aansluiten in een Vlaamse school.
Meerwaarde
De waarde van de Vlaamse gemeenschap in het buitenland is bovendien groot en groeiend. Het hoeft amper betoog voor een kennisregio als Vlaanderen: op termijn kunnen (kinderen van) uitgeweken Vlamingen een grote economische meerwaarde betekenen. De expertise van de Vlaming in de wereld is een waardevolle troef. Het engagement in het regeerakkoord is duidelijk. Om de internationale ambities van Vlaanderen te ondersteunen, is het noodzakelijk om meer grip te krijgen op het Nederlandstalig onderwijs in het buitenland en dus de wederkerigheid uit het herenakkoord te herbevestigen en zelfs te versterken.
Meer info: http://www.viw.be
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving.
RSS-feed
