Ontdekking
In juli 2014 vond een natuurliefhebber een dood juveniel vrouwtje van de Meervleermuis in een plantsoen nabij het station van Brugge. De vinder postte de vondst met foto op www.waarnemingen.be als een ‘vleermuis onbekend’. De vinder werd gecontacteerd en de vleermuis kon als een Meervleermuis worden gedetermineerd. Een jong dier dan nog wel. Aangezien jonge vleermuizen de eerste weken na data ze hebben leren vliegen nog in de buurt van de kolonie verblijven, deed deze vondst vermoeden dat de ruime omgeving van Brugge wel eens een onontdekte kraamkolonie kon herbergen. In de lente en zomer van 2016 werden systematisch alle grote kanalen rond Brugge gescreend naar vliegroutes en jachtgebieden van Meervleermuizen. Een duidelijke concentratie tekende zich al snel af rond de kanalen van Damme en de plassen rond de stervormige oude Stadswallen van Damme. Het gezenderde vrouwtje Meervleermuis dat ons later naar de kolonieplaats leidde werd ‘Sterre’ gedoopt.
Sterre
Het activiteitenpatroon van de Meervleermuizen in Damme werd pas vrij laat in de zomer van 2016 duidelijk. In de lente van 2017 werden dan alle voorbereidingen getroffen om de kolonie op te sporen. Het plan was om een Meervleermuis te onderscheppen op haar vliegroute, te zenderen, te lossen en terug te volgen tot de verblijfplaats. Sterre werd in de nacht van 20 op 21 mei 2017 op haar gebruikelijke vliegroute gevangen met behulp van een speciaal net. Ze werd van een ultralicht radiozendertje voorzien en meteen weer vrijgelaten. Ze bleef daarna nog eventjes jagen in de buurt en keerde later die nacht terug naar haar kolonieplaats. De ochtend erop leidde een radioantenne de onderzoekers naar haar schuilplaats, waar ze samen verblijft met andere Meervleermuizen. Voorlopig lijkt het te gaan om een tiental dieren, maar het kunnen er ook iets meer zijn. Hopelijk worden er dat ook snel meer, want rond deze tijd van het jaar worden de jonge vleermuisjes geboren.
Hoop
Het zwaartepunt van de verspreiding van deze Europese soort ligt in Nederland en de Baltische staten, waar kolonies tot een paar honderd dieren te vinden zijn. De nieuwe kolonieplaats in Damme is momenteel, samen met de kolonie in Duinkerke (de enige gekende kolonie in Frankrijk), de meest westelijke kolonie van het verspreidingsgebied. Het spreekt voor zich dat ‘onze’ kleine populatie aan de rand erg kwetsbaar is. Een paar kleine ingrepen kunnen al een groot verschil maken: zorg voor de kolonieplaats, beperken van kunstlicht langs de kanalen, maar uiteindelijk is het vooral de milieukwaliteit die de doorslag geeft: Meervleermuizen voeden zich met insecten die leven in proper water, soortenrijke graslanden en weelderige oeverzones. In Damme jagen de Meervleermuizen vooral boven de niet verlichte delen van de kanalen, maar ook in de omliggende poldergraslanden en boven smallere sloten. Het kleine kolonietje Meervleermuizen brengt ons dus ook een boodschap: er is nog een lange weg te gaan, maar er is zeker nog hoop. Hoeft het nog gezegd? Dit soort projecten is alleen mogelijk dankzij het onstuitbaar enthousiasme van vrijwilligers. Marc Van de Sijpe, Bram Conings, David Galens, Erik Naeyaert en Floris Verhaeghe waren erbij van het eerste uur, en vele anderen staken tussendoor een handje toe.
Meer info: natuurpunt.be
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving - Foto's © Bram Conings - Hendrik Moeremans