Abstracte lijnen
Het oeuvre van Luc Peire kent een boeiende evolutie. Na zijn studietijd zorgt de kennismaking met Constant Permeke voor werk in
expressionistische stijl. Reizen naar Italië, Spanje, Marokko, de Balearen en Congo leveren tal van internationale contacten met
andere kunstenaars en nieuwe invloeden op. Het figuratief werk wordt geabstraheerd en tweedimensionaal. Aanvankelijk is de mens nog aanwezig maar de figuren worden steeds dunner, voorwerpen worden onherkenbaar. Langzaam wordt het werk volledig abstract. Vanaf het eind van de jaren 1950 ontstaat het typische werk met verticale lijnen, abstract verticalisme. De evolutie in het werk van Luc Peire wordt getoond aan de hand van de collectie van het Groeningemuseum. Die bevat een aantal schilderijen,
een recent verworven tekening en het in 1992 door de kunstenaar geschonken grafisch oeuvre. Het Atelier Luc Peire – Stichting Jenny & Luc Peire verleent haar medewerking met werken uit de collectie in Knokke. De tentoonstelling opent niet toevallig op 7 juli:
de honderdste geboorteverjaardag van Luc Peire.
Biografie
Als kunststudent in Brugge (1930-1935), in Gent (1932-1935) en in Antwerpen (1935-1940, in de ateliers Monumentale Kunst van Gustave Van de Woestyne) leert Luc Peire op sublieme wijze de academische technieken van het tekenen en het schilderen, maar raakt ook in de ban van Constant Permekes ‘niet-academische, vrije’ aanpak. Sommige landschappen, portretten en interieurs uit die periode verraden in compositie, kleur en toets ongeremd de krachtig expressieve beeldentaal van de meester uit Jabbeke. Maar bij de jonge Luc Peire treedt nooit ‘overdreven’ vervorming van het afgebeelde op. Op Peires leertijd volgt – tijdens de sombere
oorlogsjaren – een animistische, beter omschreven als ‘intimistische’ tussenperiode. Luc Peire komt nu in contact met het Brusselse
kunstleven. Luc Peire 100 Door Marc Peire, curator Stichting Jenny & Luc Peire
1947: invloed van de Italiaanse frescoschilderkunst (Trecento & Quattrocento)
Vlak na de oorlog sluit Peire zich aan bij La Jeune Peinture Belge. Maar samen met zijn Vlaamse vrienden-kunstenaars Rik Slabbinck en Jack Godderis neemt hij al op 15 maart 1947 ontslag. Het trio protesteert namelijk tegen de steeds sterker wordende invloed van de ‘École de Paris’ binnen deze Belgische kunstenaarsgroep. In oktober van datzelfde jaar onderneemt Luc Peire een lange studiereis naar Italië, op zoek naar de wortels van de klassieke kunst. De wondere fresco’s van Giotto in Padua en van Piero della Francesca in Arezzo fascineren hem. Na die reis, vanaf 1948, beheerst het structurele principe van deze Italiaanse frescoschilderkunst ook zijn werk. Op het tweedimensionale vlak wordt gecomponeerd met omlijnde vormen en kleurvlakken. Details worden meer en meer achterwege gelaten. De aanzet tot essentialiseren en schematiseren van figuren en vormen tot een harmonisch gestructureerd verfijnd spel van heldere kleuren duikt op in 1949-1951 tijdens reizen in Spanje en op verschillende locaties in Marokko. In 1950 leert Luc Peire op de Balearen zelf de techniek van het al fresco-schilderen (een muur beschilderen op de natte pleisterlaag) en past ze het jaar daarop toe onder andere in het woonhuis van zijn broer te Sint-Kruis (Brugge).
1951: ‘fresco op doek’
Beïnvloed door de techniek en door het monumentale karakter van zijn fresco’s gaat Luc Peire over tot het schilderen op doeken van groter formaat zoals ‘La Famille Godderis’ (1951, CR 455). Luc Peire komt nu tot een krachtiger schematiseren en stileren van het uitgebeelde. Eliminatie van het detail en vereenvoudiging verhogen de structurele kracht van het doek. In La Famille Godderis herinnert de kunstenaar ons nog aan verschillende genres (stilleven, portret, interieur) die hij vroeger schilderde en nu tot een mooie vormkleursynthese brengt op één doek
1952-1953: Belgisch-Kongo / Tenerife
Een lange reis naar Belgisch-Kongo en Tenerife (1952-1953) en intense gesprekken met kunstessayist Eduardo Westerdahl en architect Alberto Sartoris op dit Canarische eiland leiden tot een nieuwe ‘artistieke geboorte’ van Luc Peire. Vanaf nu worden werken gerealiseerd waarin de mens niet meer anekdotisch, als ‘individu’ wordt voorgesteld maar als ‘être humain’, als ‘vergeestelijkte vorm’, bevrijd van alles wat wijst op het zintuigelijke, en gesitueerd in een ruimte met kleurtonen van metafysisch
blauw, bruin, zwart en wit. ‘Mens’ en ‘ruimte’ zullen vanaf nu het oeuvre van Peire blijven beheersen.
Midden jaren ‘50: verdere verticale abstrahering – Parijs
Vanaf 1954 zet het formalisme en de abstraherende tendens zich nog sterker door. Luc Peire zoekt vanaf nu de Parijse artistieke wereld op. De kunstenaar speelt voortaan met variaties van ruimtelijkheid (diep, open, ingedeeld, decormatig). Menselijke figuren slankt hij verder af in verticaliteit of groepeert ze tot gebundelde arabesken. Nadien gaan die over tot een verticaal (gebundeld) lijnenspel met suggestieve buigingen en rondingen en het hoofd als cirkelvorm (Mwinda Mingi, 1955, CR 626). In een volgende fase verdeelt Luc Peire het vlak in verticale stroken en banden. Het schilderij wordt de scène van een spel met wisselende vlakken, transparante architectuurwanden, banden in graduele kleurtonen (gordijneffect) of zuivere lijnen, al dan niet verruimd en verdiept
door een diagonaal (bijvoorbeeld Ramses, 1962, CR 833) of een buiging. Steeds bevat zijn werk ruimtelijkheid en spatiale diepte door de (gesuggereerde) horizontale in de benedenzone en de intensiteit van kleuren met de dominanten rood, geel, blauw. Vanaf midden jaren ’60 tot het einde: abstract verticalisme Vanaf zijn verblijf in New York (1965/1966) tot aan zijn laatste werk (1992) houdt Luc Peire zich als abstract ‘verticalist’ consequent aan de dunne verticalen, smalle of brede kleurstroken en -banen die zich aanvankelijk centraal sereen ritmeren en bundelen (Bruges, 1968, CR 1019). Later situeren die zich aan de zijkanten van een veelal monochroom veld. Zo nodigt Luc Peire de beschouwer uit zijn werk virtueel binnen te stappen, aangezogen door de ruimtelijke kracht van de kleur. Maar Luc Peire beschildert niet alleen doeken en panelen. Hij tekent ook en maakt heel wat gravures. In marge: zijn hele grafisch oeuvre (etsen en gravures) schonk hij in 1992 aan zijn geboortestad Brugge. En met de zwart-wit-‘graphie’ als persoonlijke kunstvorm (een mengvorm van schilderij en gravure) bereikt Luc Peire de essentie van zijn doorgedreven verticalisme. Hij past dit model van geritmeerde ‘optical art’ toe in zijn drie spiegel-environments (1967, 1968, 1973) waarin hij in uiterste consequentie de climax van zijn artistieke streven bereikt: het verticale, het oneindige en de ruimte.
Peires wil tot samenwerking met andere kunstenaars, architecten en urbanisten leidt ook tot heel wat integratieprojecten in België en in Frankrijk. De artistieke carrière van Luc Peire volgt een breed en internationaal parcours. Daarover getuigt ook de echtgenote van de kunstenaar, Jenny Peire-Verbruggen, in haar dagboeknotities. De ateliers van Luc Peire’. Niet minder dan 26 ateliers overal ter wereld heeft ze samen met haar man bewoond. Na de dood van de kunstenaar in 1994 (een jaar na Jenny’s overlijden) kwam zijn erfenis in handen van een Stichting met de naam: Atelier Luc Peire - Stichting Jenny & Luc Peire. Ze is gevestigd in de De Judestraat 64 te B-8300 Knokke-Dorp. Ze beschikt over het atelier, de bungalow en de tuin van de kunstenaar. Ze richtte er ook een functionele nieuwbouw op als ‘kluis’ voor de werken van Luc Peire. Voor het tentoonstellen van Peires sleutelwerk ‘Environnement
I’ (uit de Collectie van de Vlaamse Gemeenschap) werd een ‘tuinkamer’ ontworpen. Zeker een bezoek waard!
Meer info: www.lucpeire. com
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving.