Marc Chagall
Chagall is geboren op 7 juli 1887 in Liozno in de periferie van Vitebsk, in Wit-Rusland. Als oudste van een gezin met 9 kinderen begint hij na zijn studies aan de school voor schone kunsten in Sint-Petersburg te werken in ateliers. In 1910 vertrekt hij naar Parijs om in de leer te gaan bij Léon Bakst. Chagall kiest voor Parijs als zijn tweede geboortestad, maar vergeet zijn Russische oorsprong niet. Het bewijs is dat zelfs wanneer hij de bruggen over de Seine of de Eiffeltoren schildert, men omgevingselementen kan herkennen geïnspireerd op zijn herinneringen uit zijn kindertijd die hem altijd bijblijven. In 1937 verwerft hij de Franse nationaliteit. In 1941 wordt hij aangehouden. Hij wordt gered door een Amerikaanse journalist die hem helpt naar de Verenigde Staten te vertrekken. Na de oorlog worden de werken van Chagall opnieuw in Europa tentoongesteld, waarnaar hij in 1948 terugkeert om zich te vestigen in Vence. Hij diversifieert zijn technieken : etsen, mozaïeken, glasramen... Hij overlijdt in 1985 in Saint-Paul de Vence, wanneer hij al in de hele wereld een beroemde kunstenaar is.
De fauna en flora
Volgens André Breton, de vader van het surrealisme, markeert het oeuvre van Marc Chagall, waarin het bovennatuurlijke de boventoon voert, de triomfantelijke komst van de metafoor in de schilderkunst. Het bovennatuurlijke is bij Chagall nauw verbonden met de joodse, meer bepaald chassidische spiritualiteit, die de jeugd van de schilder bepaalde. Chassieden herkennen in alles het goddelijke. De vreugde brengt hen naar God. Chassidische verhalen gaan over dromen, engelen, wegvliegen boven de steden, hybride wezens. De fauna en flora dragen bij aan de expressie van het goddelijke. Alle elementen dragen bij aan het bovennatuurlijke van het beeld. De venus van de wereld van Vitebsk, de ezel, het paard, de geit, de haan, de vis, de stier en de koe zijn bij Chagall onafscheidelijk en intens met de mens verbonden. Ze vliegen weg, denken na, spelen muziek of voeren mooie amazones mee en delen de vreugde van geliefden en het leed van de oorlog. Maar daarnaast drukt deze dierenwereld ook het onbewuste en het onzegbare uit: verlangen, angst, inspiratie, mystiek ... Elk dier draagt een bepaalde symboliek met zich mee. De koe staat tegelijk voor het vaderland, de voedende moeder, de tedere minnares. De haan symboliseert de ontluikende mannelijkheid en de zonsopgang, maar is ook de offervogel van de Grote Vergiffenis. Chagall vermengt de diersoorten onderling: een ezel met een hanenstaart, een geit met vleugels, een vogel met het hoofd van Mozes ... Mens en dier vereenzelvigen zich met de natuur, die Chagall op het Franse platteland ontdekte. De landschappen zijn luchtig en kleurrijk, in dezelfde stemming als de geliefden. Bloemen die uit de Hof van Eden lijken te komen, de toegang naar het aardse paradijs of het mystieke vuur van het brandend braambos.
De liefde
Het oeuvre van Chagall wordt gekenmerkt door geliefden. Dit thema hangt nauw samen met de liefde van de schilder voor Bella, en later voor Vava, zijn tweede vrouw. De artist zet zijn persoonlijk geluk om tot een fragment van een universeel verhaal. De kleurrijke geliefden worden opgenomen in een kleurrijke wereld en zijn verbonden door een innige kus. Het koppel daagt meestal de wetten van de zwaartekracht uit en vliegt euforisch weg boven steden en landschappen. De romantiek maakt meestal plaats voor roes en vreugde. De verloofden zijn ook kleine anonieme personages die, net als de joden en de engelen, de wereld van Chagall bewonen. In oorlogstijden houden ze elkaar bang vast of ze dwalen weg in de Hof van Eden en in de acrobatenparade. In het wereldbeeld van Marc Chagall worden ze samen met fauna en flora afgebeeld. De haan, de ezel en de koe maken deel uit van hun omhelzingen. Deze dierenwereld staat symbool voor liefde en verlangen. Chagall negeert de wetten van de zwaartekracht. Het oneirisme is geleidelijk aan steeds sterker aanwezig in zijn oeuvre. Een boerin en een dichter verliezen hun hoofd dat draait en keert. De wandelende jood stapt over de stad. Chagall en Vava barsten uiteen in hun kleine kamer. De artist tekent steeds meer figuren die zich verspreiden. Deze tekens passen in de immateriële achtergrond van kleuren en ritmische lijnen. Engelen, acrobaten, geliefden, dieren en voorwerpen maken zich los van de ruimte. Ze zweven rond, weg van de realiteit. Chagall ontwerpt een nieuwe plastische en psychische ruimte die noch hoog, noch laag is en zonder boven- en onderkant. Het onbewuste en de droom, de roes en de liefde, de inspiratie en het religieuze horen samen in de bovennatuurlijke gewichtloosheid. De schilder 'vliegt weg naar een andere wereld'. In de werken van Marc Chagall vliegt men regelmatig boven steden van zijn geboorteland Rusland, boven Parijs of boven Vence. In het oeuvre van Marc Chagall zijn regelmatig bomen en velden te zien. Interieurs worden verfraaid met boeketten. Bloemen groeien als kronen op de hoofden van de verloofden. Luchtige en tedere bloemen en bosjes worden geassocieerd met de vrolijke wereld van dieren, geliefden en acrobaten. Op het einde van zijn carrière is de flora alomtegenwoordig. Vence biedt de artist een bron van licht en kleuren, zichtbaar in de ontluikende natuur. Chagall toont aan de hand van weelderige boeketten hoe hij opnieuw gelukkig is geworden bij Vava, de liefde van zijn leven.
Parijs
De haan van Marc Chagall staat in zijn geheugen gegrift als een herinnering uit zijn jeugd. Als hoenderhofdier wordt hij ook ritueel geofferd tijdens de zuiveringsceremonie die voorafgaat aan de Grote Vergiffenis. Chagall schildert hem vooral vanaf 1928. Hij heeft verschillende betekenissen. Volgens de evangelies kondigt hij de drievoudige verloochening door de apostel Petrus aan. Soms wordt hij zeer realistisch afgebeeld. De haan symboliseert meestal de ontluikende mannelijkheid en staat afgebeeld als tegenhanger van de koe. De haan wordt meestal geassocieerd met het wegvliegen van de geliefden, van wie Chagall het verlangen en de hartstocht benadrukt. De vogel maakt namelijk deel uit van het domein van de zon. De haan wordt soms geassocieerd met de oorlogen, als een angstkreet. Hij is het licht, de vriendelijke muzikant of de jongleur, innig verbonden met de mens. Wanneer Marc Chagall voor het eerst in Parijs komt, is hij gefascineerd door de Eiffeltoren. Hij schildert hem meerdere keren: energiek, verticaal of eerder ongedwongen vanuit een raam. Hij blijft het symbool van de lichtstad waar Chagall regelmatig naar terugkeert. Heel wat composities draaien rond het thema van het raam. De sfeer is meestal sentimenteler, dromerig. De violist speelt een erg belangrijke rol in de joodse gemeenschap van Vitebsk, de geboorteplaats van Marc Chagall. Deze violist staat bij elk raam, is aanwezig bij elke ceremonie en lijkt zo een bepaald ritme te geven aan het lot van zijn naasten. Dit personage of de viool komen zeer vaak voor in het oeuvre van Chagall. Het instrument, dat soms boven de steden staat afgebeeld, staat symbool voor de muzikale geest van het joodse volk. Hij wordt meestal discreet omgeven door de vogel, de ezel en personages van het mindere volk. De violist kadert binnen het chassidisme, die de nadruk legt op de vreugdevolle eenwording met God, in het bijzonder door middel van zang en dans. De viool is het symbool van de chassidische viering, een mengeling van dans, zang, vreugde, genegenheid, enthousiasme en hartstocht.
Meer info: http://www.expo-brugge.be
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving