Toespraak Havenvoorzitter Jochaim Coens
2015, Een mathematisch boeiend getal, de jaren met een 5 hebben wel iets baanbrekends. 200 jaar geleden in 1815 werd het Napoleon kanaal vanuit Brugge gegraven en in gebruik genomen, in 1855 werd de ringvaart van Brugge in gebruik genomen.
150 jaar geleden, in 1865, werd de private spoorlijn 58 Brugge-Eeklo-Gent in gebruik genomen. In 1895 was er de oprichting van de MBZ, de start van Zeebrugse haven met in 1905 de opening van de Visartsluis. 100 jaar geleden in 1915 speelde de haven een strategische rol in de eerste wereldoorlog. 50 jaar terug, in 1965, was het begin van de containergedachte in de haven van Zeebrugge. In 1985 hadden we de opening van de Vandamme sluis. En wat wordt 2015 … De start van de Brugse Stadvaart, een uniek mobiliteitsproject? In elk geval is het nieuwe jaar een moment van hoop, doelstellingen, wensen en dromen. Ik hoop oprecht dat U de uwe kunt waarmaken. Ook de haven heeft zo z’n doelstellingen en wensen voor het komende jaar. Laten we echter nog even kort terugblikken op 2014. Alles welbeschouwd mogen we het jaar tevreden afsluiten. We hadden een aantal records in de schaalgrootte van de schepen. Een recordaantal containers op 1 schip, met de Emma Maersk in oktober, met de MSC New York een lengterecord in december (399 meter) en met de ontvangst van het grootste containerschip ter wereld in januari, CSCL GLOBE, zowel een lengterecord als een tonnagerecord. Daarenboven kenden, ondanks die schaalvergroting van schepen, de scheepsbewegingen naar de haven een groei tot boven de 12000 beloodste schepen in 2014, een stijging als enige in de Vlaamse havens. Sterk was ook de groei in de roll-on/roll-off trafiek, die tekende maand na maand een kleine vijf procent groei op. Vooral het zuiden van het Verenigd Koninkrijk kende een sterke groei, maar we zagen ook een overslagtoename op Ierland en Scandinavië.
Zoals vorig jaar hier aangekondigd, is het een succesvol jaar geweest voor de automotive sector in Zeebrugge. Een groei van 13,2 procent en een totaal van ruim 2,2 miljoen behandelde nieuwe wagens, zorgen voor een record, met positieve impact op de tewerkstelling. Rekening houdend met de stagnerende Europese automarkt, betekent dit record bijzonder veel. We zien een verdere concentratie van de autobehandeling op Zeebrugge, gebruik makend van de logistieke voordelen, onze kennis en toewijding. De containers vertellen een dubbel verhaal. Een goede eerste jaarhelft staat tegenover een zwakkere tweede jaarhelft. Niettemin werd toch bijna twee procent groei genoteerd over het gehele jaar. Een cijfer dat voornamelijk te danken is aan onze sterke shortsea containerdiensten die drie procent omhoog gingen. Het wegvallen ten opzichte van 2013 van de uitzonderlijke trafiek voor de materialen van de bouw van de windmolenparken op zee zorgde voor een daling van 30 procent wat betreft het stukgoed ten opzichte van het recordjaar. De toevoer van vloeibaar aardgas naar Europa daalde onder invloed van de voortdurende vraag naar gas op de Aziatische energiemarkt en een vlak economisch landschap. De cijfers tonen een daling van 6 procent voor LNG. Vloeibare bulk komt uit op 6,6 miljoen ton. De recente prijsdaling van het gas betekent in 2015 echter beterschap voor de Europese invoer. De LNG-sector groeit ook op een andere markt, namelijk als brandstof voor de scheepvaart. Het havenbestuur werkt al geruime tijd samen met Fluxys om de LNG-terminal in de haven van Zeebrugge uit te bouwen tot een hub voor small-scale LNG bunkering voor Noordwest-Europa. In 2015 zal de tweede LNG-steiger aan de Fluxys terminal in gebruik worden genomen, met als resultaat een verhoging van de flexibiliteit van de terminal. De markt voor kleinschalige LNG is een veelbelovende markt, omdat LNG de alternatieve brandstof bij uitstek is voor de scheepvaart. De strengere regelgeving in de Sulphur Emission Control Area of de SECA-zone, die per 1 januari van kracht is, werkt deze evolutie in de hand. Varen op LNG betekent minder zwavel en CO2-uitstoot, fijn stof en andere emissies. In 2014 werden ’s werelds eerste twee LNG-aangedreven sleepboten gebunkerd in de haven van Zeebrugge, in samenwerking met Hoppe Maritime Group en LNG Europe. Daarnaast koos de reder Anthony Veder in 2014 voor de expertise van Zeebrugge voor de LNG-trials van twee nieuwe dual fuel tankers. SLIDE 7 van het nieuwe in aanbouw zijnde bunkerschip Maar de absolute primeur is natuurlijk dat Mitsubishi Corporation, NYK en GDF SUEZ samen een LNG-bunkerschip bouwen, het eerste ter wereld, en dat schip zal opereren vanuit Zeebrugge. In het bijzonder kijken we ook uit naar de rol die onze haven in de komende jaren kan spelen in de logistiek voor zowel de uitbouw als de verscheping van LNG uit Rusland. In 2014 zagen we ook 107 cruiseschepen, die brachten 440.000 passagiers naar onze haven en stad. Het havenbestuur werkt in 2015 in samenwerking met de Stad aan de vergunning voor de bouw van een cruise- en onthaalgebouw. Dat is dan al één van onze concrete actiepunten die we bij het aanbreken van een nieuw jaar, als doelstellingen en ambities hebben vooropgesteld, het ene nóg uitdagender dan het andere. Bijzondere aandacht gaat zeker naar de toekomst van de deepseacontainersector in Zeebrugge. De schaalvergroting in de containersector blijft zich doorzetten. Dat zorgde zoals gezegd voor het sneuvelen van records en terechte trots dat Zeebrugge op dat vlak meespeelt. In 2014 meerden er 20 containerschepen van boven de 15.000 TEU, in 2013 waren er dan nog 10 en het jaar daarvoor maar 1. Het gaat snel. Anderzijds, dames en heren, zorgt die schaalvergroting voor verschuivingen in de mondiale containertrafiek. De mondiale scheepvaart wordt beheerst door een beperkt aantal veranderende allianties (de 2M, met Maersk en MSC, de Ocean Three met CMA-UASC-China Shipping , G6 en CKYHE) en dat brengt een onzekerheid met zich mee. SLIDE 9 CMA CGM CSCL UASC Containerdiensten veranderen, aanloophavens worden aangepast. Dat heeft ook z’n gevolgen voor Zeebrugge. We zijn blij met de keuze van de Ocean Three voor Zeebrugge, maar desondanks tekent zich een tijdelijke overcapaciteit af en dus is een bundeling van krachten gewenst.
We moeten de middelen concentreren om nieuwe investeringen mogelijk te maken zodat we de marktevolutie van de scheepsgrootte blijven efficiënt kunnen bedienen. Dit betekent een hele uitdaging voor 2015. Een belangrijk aspect is zeker dat die scheepscapaciteit lading vraagt en dus willen we het komende jaar extra aandacht besteden aan het vestigen van bedrijven in de Maritieme Logistieke Zone. We moeten echter duidelijk zijn, er staan investeerders klaar, maar ze dienen zekerheid te hebben dat er kan gewerkt worden met logistieke arbeid. Het is de keuze tussen geen investering maar gras in de zone, of investeringen en dus lading én werk voor de terminals. Daarnaast leert de evolutie ons ook, dat we naast de eenheidslading, de auto en de container, ook nieuwe segmenten moeten openen. Daarom wil het havenbestuur in 2015 inzetten op het uitbreiden van het aanbod in de specifieke bulk. De markt toont mogelijkheden. Niet onbelangrijk hiervoor is echter het perspectief van een verbeterde binnenvaart.
Het boeienede project Stadsvaart, zal, zo bepaalde de Vlaamse regering in het regeerakkoord, onze binnenvaart opwaarderen tot een gabariet van 2.500 ton. Wij kijken alvast uit, Burgemeester, naar de visie die met dit project gepaard zal gaan, want het wordt een boeiend veranderingstraject met aandacht voor de totale mobiliteit en urbanisatie van een deel van de stad. Hier wordt de versmelting van stad en haven concreet. Een ander bijzonder aandachtspunt voor 2015 is het bijzondere aanbod aan diensten op Scandinavië. Door de hernieuwing van de samenwerking met papierfabrikant StoraEnso wordt de multipurpose terminal verder een belangrijke schakel in het logistieke netwerk van StoraEnso voor haar Europese en intercontinentale scheepvaartverbindingen.
Met de concentratie van de StoraEnso 4S-trafieken met SOL vanuit Finland en Zweden en met de bijkomende Cobelfret verbindingen op Denemarken, en Zweden, is er een uniek aanbod ontstaan van 21 afvaarten per week op Scandinavië, waarvan 10 afvaarten naar Göteborg. Een hele uitdaging, maar Zeebrugge is ideaal gelegen om te dienen als hub voor deze Scandinavische trafieken. We vestigen ook onze aandacht op het verruimen en verbeteren van onze spoorproducten en zijn blij met de publiek-private samenwerking rond de last mile. We volgen het dossier van de vrijwaring van de spoormarkt op de voet. Steun voor het intermodaal vervoer is belangrijk voor de mobiliteit in ons land. Het spoor is immers een duurzame manier van transport. Al onze terminals zijn ontsloten via het spoor. De goederenstromen moeten gebundeld worden om deze transportmodus zo optimaal mogelijk te benutten. Tenslotte, Dames en Heren , willen we in 2015 voor onze haven via een strategische oefening komen tot een mobiliserend actieplan waarmee we de haven inzetten als hefboom voor de economische activiteit in de regio. Daarom organiseert het havenbestuur in samenwerking met de Stad Brugge, Resoc en het Europacollege op 21 mei 2015 een congres “Brugge, havenstad in Europa”. We willen daarvoor en daarna in dialoog treden met stakeholders rond de kernboodschap: Krachten bundelen, Lading binden. Dit zijn dan ook onze twee belangrijkste ambities voor de komende jaren. Ik dank U allen voor uw medewerking.
Toespraak Burgemeester Renaat Landuyt
Met enige vertraging is op zaterdag 17 januari omstreeks 15.30 uur de CSCL Globe, het grootste containerschip ter wereld, van rederij China Shipping, in Zeebrugge aangekomen. Het schip vertrok vanuit Hamburg en bereikte in de namiddag vlot onze haven. Dat er op wereldvlak geen kat is die Zeebrugge kent, zoals Fernand Huts beweert, kan ik bij deze al meteen weerleggen. Als dit soort schepen de weg vinden richting Zeebrugge, dan ben je geen kleine speler in de wereld.
Ook volgende cijfers spreken voor zich. Met een oppervlakte van een viertal voetbalvelden en een capaciteit van 19.100 containers is de Globe het grootste in zijn soort. Zet alle containers op één rij en ze overspannen een lengte van 115 kilometer. 115 kilometer, dat is eigenlijk ook zowat de afstand tussen Brugge en Antwerpen. Ook in die zin zeggen deze cijfers iets. De afstand tussen Antwerpen en Zeebrugge is op wereldvlak ‘peanuts.’ Beide havens kunnen op wereldvlak in één adem worden genoemd. Een pleidooi voor een degelijke samenwerking is dan ook niet meer dan logisch, maar om meteen, zoals Fernand Huts het formuleerde in zijn boek, van een fusie te spreken, lijkt me niet meteen aan de orde. De lancering van een fusiegedachte bevordert vaak de samenwerking niet. Als het ooit tot één Vlaamse haven komt, is de naam Zeehaven Brugge-Antwerpen een goede keuze, zoals we nu bijvoorbeeld spreken van de luchthaven Brugge-Oostende.
Zeebrugge moet een stuk eigenheid bewaren, meer nog we moeten van Zeebrugge nog meer een echt Brugs gegeven maken. Fernand Huts stelt dat Brugge mentaal geen havenstad is, maar dat misverstand moet de wereld uit. Brugge en Zeebrugge zijn geen aparte entiteiten, daar moet aan gewerkt worden, ook in de hoofden van onze eigen Bruggelingen. Zeebruggenaren zijn volwaardige Bruggelingen en alle Bruggelingen moeten fier zijn op en bewust zijn van de belangrijke rol van hun haven. De haven is één van de belangrijkste economische motoren voor onze stad en regio. Net daarom kiezen we als Stadsbestuur voor een stevige vertegenwoordiging in het havenbestuur. Alle Bruggelingen moeten zeggen: ‘het is onze haven.’ Het is onze taak werk te maken van die mentaliteitswijziging.
De aanpassing van de Ringvaart kan ook binnen die filosofie gekaderd worden. De Ringvaart is voor vele Bruggelingen een bron van hinder en ergernis. Met het project Brugse Stadsvaart willen we de mobiliteit op het water en op de weg verbeteren. Onze eerste betrachting is alvast geen open bruggen meer tijdens de ochtend – en avondspits, maar er is meer nodig dan dat. In Brugge opteren we eerst voor een nieuwe Dampoortsluis en brug aan Steenbrugge om de stadsvaart te verbeteren. Waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV is gestart met de studie over het project ‘Doortocht Brugge’ waarin beide dossiers zijn opgenomen. Daarnaast wordt ook de volledige mobiliteitsafwikkeling via het water en de weg in Brugge onder de loep genomen: het probleem van de beweegbare bruggen over het kanaal, de bevaarbaarheid voor binnenvaartschepen moet beter, onderzoek naar een betere ontsluiting voor de zeehaven voor grotere schepen, … De doortocht van Brugge is bovendien gelegen in een stedelijk weefsel met bijzondere kwaliteiten die veel Bruggelingen na aan het hart liggen. Er is dan ook aandacht voor de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het project. Een vlottere ringvaart met nieuwe bruggen, betekent een vlotter verkeer van en naar het centrum en als het kan, integreren we ook een fietsbrug in dit project, want Brugge wordt in de toekomst nog meer uitgebouwd als de fietsstad bij uitstek. Binnen de studie van W&Z wordt onderzocht wat de beste locatie voor dergelijke brug kan zijn. De N31 kan als voorbeeld dienen, want wie nu onder fietsbruggen van de Expresweg binnenrijdt, krijgt zin om de fiets te nemen, net zoals in andere wereldsteden. In samenwerking met W&Z zullen wij als Stad in een latere fase ook een communicatie- en participatietraject opzetten. Wordt dus zeker vervolgd.
Communicatie, dat is ook een kernwoord binnen die andere, grote infrastructuurwerken die op dit ogenblik onder meer op Brugs grondgebied bezig zijn: de aanleg van de A11 in het kader van een betere verbinding via de weg richting zeehaven van Brugge. Wie langsheen de N31 vanuit Brugge richting Zeebrugge rijdt, ziet het landschap dag na dag meer veranderen. Ter hoogte van Dudzele zal de oude verkeerssituatie binnenkort niet meer herkenbaar zijn. We volgen de vorderingen uiteraard op de voet en houden u zoveel mogelijk op de hoogte via ons communicatieplatform Zeebrugge Open dat afgelopen zomer nog werd opgefrist. Onlangs nog werd een 3D simulatie gemaakt van de werkzaamheden aan het viaduct in Dudzele die u op de website kunt zien. Er komt in de nabije toekomst ook een animatiefilmpje rond de werkzaamheden aan de sporenbundel in Zwankendamme. Rond dat project communiceren we samen met Infrabel. Als alles goed gaat, starten de werkzaamheden aan de bundel Zwankendamme begin maart 2015.
Dames en heren, Zeebrugge moet bereikbaar zijn, maar Zeebrugge moet ook een aantrekkelijke woon- en havenkern zijn. Ik eindig in die zin graag met belangrijk nieuws rond onze vismijnsite. De uitstraling van onze haven wordt ook mee bepaald door de Vismijnsite. Als minister van Toerisme kon ik jaren terug al financiële middelen genereren voor deze site met een serieuze opwaardering tot gevolg. Niettemin zijn er nog uitdagingen en die gaan we niet uit de weg, want er is sinds kort goed nieuws voor deze omgeving en die komt onze havenbedrijven uiteraard ten goede. Na jaren gaan de plannen opnieuw de goede richting uit. De eigenaar van de Oude Vismijn stelde eind december 2014 een aanzet tot masterplan voor waar we ons als Stad konden in vinden. Uiteraard kunnen we morgen niet beginnen slopen en heropbouwen, maar we zetten hiermee wel een grote stap vooruit in dit zeer belangrijke dossier. De bedoeling is nu een duidelijk stappenplan op te maken om dit project ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. De oude Vismijn en de omgeving er rond vormen immers dé strategische plek in de Oude Vissershaven. Een kwalitatief project is de katalysator voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de hele site. Nieuwe woonmogelijkheden, gekoppeld aan horeca/handelszaken, pleintjes/rustpunten, voldoende parkeergelegenheid … kunnen en zullen deze site nieuw leven inblazen. Uiteraard komt dit het hele handelsleven in Zeebrugge ten goede, niet alleen kunnen nieuwe horecazaken verrijzen. De Vismijnsite kan op die manier verder uitgroeien tot een echt meeting point voor de vele Zeebrugse bedrijven. Dit dossier is uiteraard ook gekoppeld aan de geplande cruiseterminal waarvoor MBZ op korte termijn een bouwvergunning wil indienen.
U ziet, dames en heren, laat het narrenschip hier maar aanmeren. We zullen ons Bruggelingen zo ‘zot’ maken van onze haven en van Zeebrugge dat de generatie na ons het zal hebben over ‘Brugge Zeevlakte,’ want als Fernand Huts de geschiedenisboeken heel correct gelezen heeft – en daar ben ik van overtuigd – dan moet hij weten dat Brugge lang voor Antwerpen dé zeehaven van deze regio was en dat de zogenaamde navel van Brugge, het Belfort, helemaal niet ver van de zee lag …
© Erik Clyncke Op Locatie.