Cultureel door de eeuwen heen
De moderne geschiedenis van Vlissinghe begint in 1855, wanneer brouwer Jacques De Meulemeester de zaak verwerft. De Meulemeester is eigenaar van de brouwerij De Arend (later: Aigle Belgica) aan de Sint-Annarei, in de onmiddellijke buurt van het café. Onder impuls van de nieuwe eigenaar en vooral van diens zoon Leon, die de leiding van de brouwerij in 1869 overneemt, ondergaat Vlissinghe een grondige transformatie. In de gelagkamer wordt een (authentieke) 17de-eeuwse zwartmarmeren schouw geplaatst. Met nieuw gemaakt neo-barok meubilair en her en der aangekochte oude voorwerpen en schilderijen wordt een "oud Vlaams" interieur gecreëerd dat niet alleen goed past in het historische gebouw, maar ook erg in de smaak blijkt te vallen van het doelpubliek: de burgerij en de artistieke milieus van Brugge. Het café wordt tevens de zetel van diverse verenigingen die er regelmatig bijeenkomen en de omzet gunstig beïnvloeden. Er wordt onder meer een gaaibolvereniging opgericht en in de tuin een gaaibolbaan aangelegd. Ook Kunstgenegen, een in 1894 gestichte vereniging van leraren en (oud)studenten van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten, vindt er onderdak. Brouwer Leon De Meulemeester stelt hiervoor zelfs een apart lokaal in een zijvleugel ter beschikking, dat door de leden naar eigen smaak ingericht en aangekleed mag worden. Kunstgenegen heeft maar enkele jaren gebloeid en houdt nog vóór de Eerste Wereldoorlog op te bestaan. Maar hun vergaderlokaal, met de door hen aangebrachte kunstige aankleding, bestaat nog en wordt ook wel aangeduid als het Museetje (het kleine museum).
Oorsprong
Aangenomen wordt dat de oorsprong van het pand, dat bestaat uit twee samengevoegde huizen, teruggaat tot de late 15de eeuw. Als gevolg van verbouwingen of herbouw - met onder meer de vervanging van houten gevels door stenen gevels - is de huidige structuur in belangrijke mate 17de-eeuws. Met name de opkamer, die als gelagkamer dienst doet, is daarvan een typisch kenmerk.
Het oudste archiefstuk dat op het pand betrekking heeft, dateert uit 1515. Maar daaruit blijkt niet dat er toen al herberg gehouden werd. De huisnaam Vlissinghe verschijnt voor het eerst in 1579 in een document. Een boedelbeschrijving uit diezelfde tijd vermeldt tafels en banken, hetgeen kan wijzen op een functie als herberg. Pas in 1648 is er expliciet sprake van een huise ende herberghe. In de daaropvolgende eeuwen is Vlissinghe ononderbroken als herberg in gebruik. Waar de naam Vlissinghe vandaan komt, is niet duidelijk. Sommigen hebben een verklaring gezocht in de bodemgesteldheid van de plek ("vlis(sing)" zou "waterplas" betekenen), maar dit lijkt nogal vergezocht. Een verwijzing naar Vlissingen op Walcheren is meer waarschijnlijk, maar uit geen enkele geschreven bron valt op te maken wat het verband met de Zeeuwse stad precies geweest kan zijn.
Meer info: http://www.cafevlissinghe.be/
Erik Clyncke Eigen Berichtgeving.