Gamma van straffen
De justitiehuizen zijn positief over de uitbreiding van het gamma van straffen. Op die manier heeft de rechter die oordeelt meer keuze om de gepaste straf op te leggen. Hij kan daardoor een straf op maat opleggen, rekening houdend met de noden die een veroordeelde heeft. Niet elke veroordeelde heeft immers dezelfde intensieve mate van begeleiding nodig. De Justitiehuizen streven zeker naar een humane invulling van de straf. Begeleiding en ondersteuning heeft in dat gedachtegoed een plaats, maar moet ook doelgericht en efficiënt ingezet worden. Heldere informatievoorziening en doorverwijzing naar de juiste instanties wanneer welzijnsnoden worden vastgesteld zijn uiteraard een basisvoorwaarde, en daar volgen we de onderzoeksresultaten van de VUB helemaal.
Kwaliteit
Op dit moment is overleg tussen de verschillende gemeenschappen bezig om die nieuwe vorm van elektronisch toezicht (als autonome straf) een concrete invulling te geven. Hierbij willen we ons voorbereiden op de wijze waarop we willen omgaan met deze nieuwe straf. Aan deze nieuwe straf zijn geen begeleidende maatregelen verbonden, maar informatie geven is een noodzakelijke basisinvulling van alle straffen. Dus moeten verdere afspraken gemaakt worden rond wie op welke manier welke informatie geeft. De justitiehuizen blijven hierbij vooral gefocust op kwaliteit en efficiëntie. Om die kwaliteit te kunnen behalen, is het goed dat de rechter een juiste inschatting kan maken. Heeft een veroordeelde nood aan begeleiding bij een problematiek, dan is misschien een probatiemaatregel meer aangewezen. Heeft iemand geen begeleiding nodig, dan kan een enkelband een krachtig signaal zijn. Daartoe moet de rechter goed geïnformeerd zijn. Een maatschappelijke enquête is daarbij één van de mogelijkheden waarover hij beschikt. Hij vraagt dan aan de justitieassistent na te gaan of er al dan niet sprake is van een achterliggende problematiek. Die justitieassistent kan de rechter een gepaste straf adviseren.
Begeleiding door justitieassistent of niet?
In het onderzoek van de VUB wordt ook verwezen naar de nood aan een begeleiding door een justitieassistent of iemand die informatie kan geven aan de mensen die een enkelband om krijgen. In 2013 was het een beleidskeuze om de begeleiding door een justitieassistent bij de korte straffen terug te dringen. In de nieuwe autonome straf is het ook de keuze van de wetgever om geen begeleidingsvoorwaarden te voorzien. Het is dus aan de rechter om een weloverwogen straf op te leggen en na te gaan welke vorm van ondersteuning de veroordeelde nodig heeft. Is dat laatste het geval, dan kan de rechter best een andere straf overwegen waarbij specifiek aandacht kan besteed worden aan de problematiek van de veroordeelde. Anderzijds wil dat voor ons niet zeggen dat elke vorm van elektronisch toezicht dan zonder omkadering moet zijn. De enkelband als overgangsmaatregel van een lange gevangenisstraf naar de vrijheid met begeleiding door een justitieassistent is zeker een noodzakelijk alternatief. Maar ook korte straffen zonder begeleidingsvoorwaarden moeten kwaliteitsvol uitgevoerd worden en dit vereist een minimum aan omkadering, zonder dat er echt sprake is van een begeleiding. Juiste en aangepaste informatievoorziening is daarbij essentieel.
Agressie
Die omkadering, en dan vooral het informatieaspect, gebeurt nu te weinig voor de grootste groep van de enkelbanddragers (zie volgende alinea). De medewerkers van de mobiele eenheid, die ter plaatse gaan voor de aansluitingen van de enkelbanden overal in Vlaanderen worden inderdaad regelmatig geconfronteerd met agressie, waarschijnlijk te wijten aan frustraties van de veroordeelden. Zij zijn vaak de eerste die de veroordeelde ziet in het kader van het elektronisch toezicht en vangen daardoor veel frustraties op. Dit zal in de toekomst anders georganiseerd worden, niet zozeer door begeleiding van een justitieassistent, dan wel door een betere omkadering en informatie. Recent kregen deze medewerkers van de mobiele eenheid wel een opleiding rond het omgaan met agressie, zodat escalaties zoveel mogelijk vermeden worden.
Grootste deel heeft straf van minder dan drie jaar
Er zijn grosso modo drie vormen van elektronisch toezicht. Vooreerst worden enkelbanden ingezet voor de uitvoering van gevangenisstraffen onder drie jaar . Dat maakt dat mensen niet naar de gevangenis moeten maar hun straf thuis uitzitten met een enkelband waardoor ze hun werk en gezin kunnen behouden. Deze veroordeelden krijgen een standaarduurrooster, waarbij ze een groot deel van de dag buiten mogen om te werken of om werk te zoeken. Zij hebben een enkelband waarmee wordt geregistreerd of ze zich aan het afgesproken uurrooster houden en of ze zich thuis bevinden wanneer dat moet. Dit is de grootste groep, het gaat over ongeveer 82 % van de nieuwe dossiers die binnengekomen zijn vorig jaar. De tweede categorie zijn de veroordeelden die een gevangenisstraf van meer dan drie jaar opgelegd kregen. Zij zaten in de gevangenis en kunnen nadien een enkelband krijgen om een resterend deel van hun straf uit te zitten. Deze groep wordt intensief begeleid door een justitieassistent. Deze veroordeelden krijgen een uurrooster op maat dat vooral gericht is op re-integratie in de maatschappij. Ongeveer 12 % van de nieuw binnengekomen dossiers van de enkelbanddragers zit zo een gevangenisstraf uit van meer dan 3 jaar. Een heel kleine groep, slechts 6 % van de nieuwe dossiers in 2015, draagt een enkelband in het kader van voorlopige hechtenis. Zij vormen een aparte groep, gezien zij nog niet veroordeeld werden, maar hun detentie thuis uitzitten in afwachting van het proces. Zij dragen ook een speciale enkelband met een GPS-systeem. Zij mogen het huis slechts in uitzonderlijke omstandigheden verlaten, na toestemming van de onderzoeksrechter. Ze kunnen daarbij gevolgd worden via het trackingsysteem van de GPS. Het systeem van stemherkenning waarvan in het verleden werd gebruik gemaakt voor de heel korte straffen onder elektronisch toezicht, wordt sinds 1 maart 2016 niet meer gebruikt. Deze vorm van elektronisch toezicht was de laatste tijd in onbruik geraakt omwille van technische moeilijkheden.
Innovatie
Vlaanderen werkt op dit ogenblik een eigen beleid over de justitiehuizen en het elektronisch toezicht uit, dat moet uitmonden in een decreet. Naast de input uit de conferentie die de justitiehuizen in december 2015 organiseerden, zullen wetenschappelijke bevindingen en nieuwe methodieken in ogenschouw genomen moeten worden.
Het domein van het elektronisch toezicht is immers voortdurend in verandering, zowel op vlak van techniek als op beleidsmatig vlak. De uitvoering van deze straf moet mee evolueren met de nieuwe technologieën en mogelijkheden. De Justitiehuizen moeten deskundigheid in nieuwe technologieën en mogelijkheden opbouwen. Daartoe is het zaak om de ontwikkelingen op internationaal vlak te volgen en samen te werken met onderzoekers en universiteiten. Bij de toepassing van deze straf moeten blijvend ethische vragen gesteld worden en zijn regelmatige evaluaties van de toepassing ervan nodig.
Overheveling naar de Vlaamse overheid
De Justitiehuizen en het elektronisch toezicht werden begin 2015 overgeheveld van de federale overheid naar de Vlaamse overheid. Daarbij werd het nationaal centrum elektronisch toezicht gesplitst in een Franstalig en Vlaams centrum.
Meer info: http://www.justitiehuizen.be
Erik Clyncke Eigen berichtgeving.