Blankenberge, zondag 19 juli 2015 - Nog tot 7 september 2015 is de legendarische Peter Koelewijn te horen en te zien in de Vegas show van het Witte Paard te Blankenberge. De bijna 75 jarige Peter bracht er afgelopen vrijdagavond tijdens de première al meteen de ambiance erin. Peter Koelewijn komt telkens weer met plezier naar Vlaanderen en voelt zich al lang een tweede belg verteld hij ons in een interview (luister hier onder). Tot 7 september 2015 verblijft hij trouwens in het mooie Lissewege. Buiten de show zal hij dus zeker in het straatbeeld van het Brugse Ommeland te vinden zijn.
Jaren zeventig
Peter Koelewijn werd geboren in Stratum (Eindhoven), in een familie van vishandelaars. Na zijn studies ging hij aanvankelijk
werken als journalist bij de lokale krant, maar tussendoor begon hij zich al toe te leggen op de muziek. Koelewijn introduceerde, samen met zijn groep De Rockets, de Nederlandstalige rock-’n-roll met de boogiewoogie. “Kom van dat dak af”, dat uitkwam in 1961 werd een enorm succes in België en Nederland. Het nummer bleef maar liefst 26 weken op nummer één in de Nederlandse top 40.
De volgende jaren brengen Koelewijn en zijn Rockets verschillende rock-’n-roll singles uit, waaronder een single met Anneke Grönloh. Koelewijn gaat zich al snel toeleggen op het produceren van platen van andere artiesten. Bekende artiesten waarvan hij de muziek produceerde in die tijd zijn onder meer: Q65 (You’re the Victor), Armand (En nou ik), Conny Vandenbos (Ik ben gelukkig zonder jou), Bonnie St. Claire, Egbert Douwe (Kom uit de bedstee mijn liefste), Ronnie en de Ronnies (Beestjes) en het Lowland Trio. Met Johan Cruijff maakte Koelewijn de plaat “Oei oei oei, dat was me weer een loei”. Na enkele jaren als producent en diskjockey te hebben gewerkt, begint Koelewijn in een nieuwe samenstelling in 1970 opnieuw met het opnemen van muziek met zijn Rockets. Allereerst kwam het nummer Kom van dat dak af opnieuw uit. Andere succesvolle singles uit deze periode zijn “Mij oh mij”, “Robbie”, “Veronica Sorry” (met hulp van Piet Souer) en “Angeline, m’n blonde sexmachine”. In 1973 komt de grootste hit van Left Side, “(Like a) Locomotion”, van zijn hand. In 1970 start hij samen met Harry van Hoof het duo Hal Dorado, dat slechts twee singles aflevert: “The Bull and I “ (1970) en “24 00 24 (What is love)”. In 1977 brengt hij zijn veelgeprezen soloalbum “Het beste in mij is niet goed genoeg voor jou “ uit, waarop hij voor het eerst sterk persoonlijke liedjes had gezet. Bekende nummers van deze plaat zijn “KL204 (Als ik God was)” en “Je wordt ouder papa”. In 1979 richt hij de meidengroep Babe op, waarvoor hij bijna alle platen produceert en de teksten schrijft. Naast zanger blijft Koelewijn ook producent. Ook was hij in de vroege jaren zeventig diskjockey bij de Nederlandstalige programma’s van Radio Luxembourg, samen met Felix Meurders. Hij produceert voor onder meer Ria Valk, Nico Haak, Willeke Alberti, Bonnie St. Claire, Ciska Peters, Herman van Keeken, Louis Neefs en Ronnie Tober.
Jaren tachtig
In 1981 begint Koelewijn weer op te treden met een begeleidingsband. Hij nam enkele platen op, waarvan “Klap maar in je handen” in een live-versie van Veronica’s Countdown de nummer 1-positie haalt in de Nationale Hitparade. Behalve sololiedjes, scoort hij ook enkele hits met Marga Bult, die bij Babe had gezongen en voor wie hij enkele jaren later het nummer “Rechtop in de Wind” zou schrijven, waarmee ze vijfde wordt op het Eurovisiesongfestival (1987). In de jaren 1983-1985 is hij twee seizoenen lang weer diskjockey bij de KRO op Hilversum 3. Van oktober 1983 tot en met september 1984 presenteert hij “Het leven begint na zeven” op woensdagochtend en in het seizoen 1984-1985 “Hitjes en Datjes” op zondagavond. Hij noemt zich hierbij steevast Peterensky Koelewensky, de man met de mooie blauwe ogen, de flaporen, de platvoeten en de donkerbruine stem. Hij mocht zijn eigen platen niet draaien maar zong met gitaar wel songs van anderen. In 1989 scoort Koelewijn voor de vierde keer een hit met Kom van dat dak af, deze keer met de Nederlandse rappers MC Miker G & DJ Sven. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag komt in 1990
een verzamelalbum uit met door hem geproduceerde liedjes: “Koelewijn behoeft geen krans”.
Vanaf jaren negentig
Begin jaren 90 scoort Peter een nummer 1-hit met het nummer “Als Dick me hullep nodig heb” van Johan & de Groothandel. In 1995 haalt hij onder de naam Gompie een nummer 1-hit met “Alice, who the fuck is Alice?” Op het producentenvlak is Koelewijn succesvol met onder andere Grant & Forsyth, Lee Towers en de Belgische artiesten Helmut Lotti, Lisa del Bo en Michael Junior. Na de Rockets trad en treedt Koelewijn al jaren als soloartiest op. In 2007 krijgt hij de Radio 2 Zendtijd Prijs, die hem in het Amsterdamse theater Carré wordt uitgereikt tijdens een galaconcert, waar veel artiesten door hem gecomponeerde songs brengen. Naar aanleiding daarvan wordt de cd “Peter Koelewijn, mijn mooiste liedjes”, uitgebracht. Op vrijdag 13 november 2009 verschijnt na 25 jaar een geheel nieuw album van Koelewijn. Op “Een gelukkig man” staan dertien Nederlandstalige liedjes waarmee hij, als de cd aanslaat, het theater in wil. Een gelukkig man is een mixture van gevoelige liedjes over liefde en gebeurtenissen in het gewone leven die Peter bezig hielden en houden. Het album kreeg vóór het uitkomen al bijzonder veel aandacht en veel waardering. Hij blijft verder toeren en is zeker klaar voor de uitdaging om heel de zomer van 2015 in Het Witte Paard op te treden.
Meer info: http://www.witte-paard.be/
© Erik Clyncke Op Locatie
Beluister hier het exclusief interview met Peter Koelewijn.
Jaren zeventig
Peter Koelewijn werd geboren in Stratum (Eindhoven), in een familie van vishandelaars. Na zijn studies ging hij aanvankelijk
werken als journalist bij de lokale krant, maar tussendoor begon hij zich al toe te leggen op de muziek. Koelewijn introduceerde, samen met zijn groep De Rockets, de Nederlandstalige rock-’n-roll met de boogiewoogie. “Kom van dat dak af”, dat uitkwam in 1961 werd een enorm succes in België en Nederland. Het nummer bleef maar liefst 26 weken op nummer één in de Nederlandse top 40.
De volgende jaren brengen Koelewijn en zijn Rockets verschillende rock-’n-roll singles uit, waaronder een single met Anneke Grönloh. Koelewijn gaat zich al snel toeleggen op het produceren van platen van andere artiesten. Bekende artiesten waarvan hij de muziek produceerde in die tijd zijn onder meer: Q65 (You’re the Victor), Armand (En nou ik), Conny Vandenbos (Ik ben gelukkig zonder jou), Bonnie St. Claire, Egbert Douwe (Kom uit de bedstee mijn liefste), Ronnie en de Ronnies (Beestjes) en het Lowland Trio. Met Johan Cruijff maakte Koelewijn de plaat “Oei oei oei, dat was me weer een loei”. Na enkele jaren als producent en diskjockey te hebben gewerkt, begint Koelewijn in een nieuwe samenstelling in 1970 opnieuw met het opnemen van muziek met zijn Rockets. Allereerst kwam het nummer Kom van dat dak af opnieuw uit. Andere succesvolle singles uit deze periode zijn “Mij oh mij”, “Robbie”, “Veronica Sorry” (met hulp van Piet Souer) en “Angeline, m’n blonde sexmachine”. In 1973 komt de grootste hit van Left Side, “(Like a) Locomotion”, van zijn hand. In 1970 start hij samen met Harry van Hoof het duo Hal Dorado, dat slechts twee singles aflevert: “The Bull and I “ (1970) en “24 00 24 (What is love)”. In 1977 brengt hij zijn veelgeprezen soloalbum “Het beste in mij is niet goed genoeg voor jou “ uit, waarop hij voor het eerst sterk persoonlijke liedjes had gezet. Bekende nummers van deze plaat zijn “KL204 (Als ik God was)” en “Je wordt ouder papa”. In 1979 richt hij de meidengroep Babe op, waarvoor hij bijna alle platen produceert en de teksten schrijft. Naast zanger blijft Koelewijn ook producent. Ook was hij in de vroege jaren zeventig diskjockey bij de Nederlandstalige programma’s van Radio Luxembourg, samen met Felix Meurders. Hij produceert voor onder meer Ria Valk, Nico Haak, Willeke Alberti, Bonnie St. Claire, Ciska Peters, Herman van Keeken, Louis Neefs en Ronnie Tober.
Jaren tachtig
In 1981 begint Koelewijn weer op te treden met een begeleidingsband. Hij nam enkele platen op, waarvan “Klap maar in je handen” in een live-versie van Veronica’s Countdown de nummer 1-positie haalt in de Nationale Hitparade. Behalve sololiedjes, scoort hij ook enkele hits met Marga Bult, die bij Babe had gezongen en voor wie hij enkele jaren later het nummer “Rechtop in de Wind” zou schrijven, waarmee ze vijfde wordt op het Eurovisiesongfestival (1987). In de jaren 1983-1985 is hij twee seizoenen lang weer diskjockey bij de KRO op Hilversum 3. Van oktober 1983 tot en met september 1984 presenteert hij “Het leven begint na zeven” op woensdagochtend en in het seizoen 1984-1985 “Hitjes en Datjes” op zondagavond. Hij noemt zich hierbij steevast Peterensky Koelewensky, de man met de mooie blauwe ogen, de flaporen, de platvoeten en de donkerbruine stem. Hij mocht zijn eigen platen niet draaien maar zong met gitaar wel songs van anderen. In 1989 scoort Koelewijn voor de vierde keer een hit met Kom van dat dak af, deze keer met de Nederlandse rappers MC Miker G & DJ Sven. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag komt in 1990
een verzamelalbum uit met door hem geproduceerde liedjes: “Koelewijn behoeft geen krans”.
Vanaf jaren negentig
Begin jaren 90 scoort Peter een nummer 1-hit met het nummer “Als Dick me hullep nodig heb” van Johan & de Groothandel. In 1995 haalt hij onder de naam Gompie een nummer 1-hit met “Alice, who the fuck is Alice?” Op het producentenvlak is Koelewijn succesvol met onder andere Grant & Forsyth, Lee Towers en de Belgische artiesten Helmut Lotti, Lisa del Bo en Michael Junior. Na de Rockets trad en treedt Koelewijn al jaren als soloartiest op. In 2007 krijgt hij de Radio 2 Zendtijd Prijs, die hem in het Amsterdamse theater Carré wordt uitgereikt tijdens een galaconcert, waar veel artiesten door hem gecomponeerde songs brengen. Naar aanleiding daarvan wordt de cd “Peter Koelewijn, mijn mooiste liedjes”, uitgebracht. Op vrijdag 13 november 2009 verschijnt na 25 jaar een geheel nieuw album van Koelewijn. Op “Een gelukkig man” staan dertien Nederlandstalige liedjes waarmee hij, als de cd aanslaat, het theater in wil. Een gelukkig man is een mixture van gevoelige liedjes over liefde en gebeurtenissen in het gewone leven die Peter bezig hielden en houden. Het album kreeg vóór het uitkomen al bijzonder veel aandacht en veel waardering. Hij blijft verder toeren en is zeker klaar voor de uitdaging om heel de zomer van 2015 in Het Witte Paard op te treden.
Meer info: http://www.witte-paard.be/
© Erik Clyncke Op Locatie
Beluister hier het exclusief interview met Peter Koelewijn.